In de zomer van 1932 wankelde de Weimarrepubliek aan de rand van de afgrond. Een op de drie Duitsers was werkloos. Geweld greep om zich heen. In de peilingen groeiden Hitlers nationaalsocialisten explosief. Paul von Hindenburg, een oude oorlogsheld en toegewijd monarchist, fungeerde tegen wil en dank als president die had gezworen de grondwet te beschermen. De verkiezingen in november boden Hitler het vooruitzicht op een meerderheid in de Reichstag en een pad richting de politieke macht. En toen verloren de nazi's twee miljoen stemmen. Partijleden liepen massaal weg, financiers trokken zich terug en de nazipartij dreigde te scheuren. Hitler sprak over zelfmoord, The New York Times schreef dat het afgelopen met hem was. En toch was hij een paar weken later kanselier van Duitsland.
Timothy W. Ryback vertelt aan de hand van recent ontsloten archiefstukken en fascinerende details het opmerkelijke verhaal over hoe Hitler de democratie langs democratische weg ontmantelde. Hij werpt nieuw licht op zowel het privé- als het professionele leven van Hitler in deze chaotische, onzekere maanden vol achterkamertjespolitiek, onwaarschijnlijke bondgenootschappen, ontstellend verraad, een beroerd getimede belastingaudit en een noodlottig weekend dat onze wereld voorgoed zou veranderen. Bovenal vertelt Ryback hoe een doodvermoeide Hindenburg, die een hartgrondige afkeer had van de Boheemse korporaal, uiteindelijk besloot om Hitler in januari 1933 tot kanselier te benoemen. Een paar weken later was Duitsland niet langer een democratie.
Volg onze sociale media voor het laatste nieuws