Op het nachtkastje van... Will Englund
Deze week is de beurt aan Will Englund, Pulitzer Prize-winnaar en voormalig buitenlandcorrespondent van The Washington Post. Twaalf jaar lang gold hij als dé specialist op het gebied van Rusland. Hij ontving meerdere prijzen voor zijn onderzoeksjournalistiek.
Welke boeken liggen er nu op uw nachtkastje?
Ik lees niet in bed. Volgens mij heeft Harry Truman ooit gezegd dat het lezen van een goed boek hem niet hielp om in slaap te vallen; het hield hem juist wakker. Ik zit echter elke morgen een uur in de trein en ’s avonds weer een uur als ik naar huis ga; dan lees ik dus. Als ik een nachtkastje bij mijn voordeur had staan, zou je daar deze boeken op zien liggen: Ilf and Petrov’s American Road Trip, een verslag van twee humoristen uit de Sovjet-Unie van hun reizen door de Verenigde Staten in 1935; Witches van Stacy Schiff, over de heksenprocessen in Salem in 1692, omdat ik ervan hou hoe zij de zeventiende eeuw tot leven brengt; en The Letter Writer van Dan Fesperman, een roman van een vroegere collega van mij over een detective en nazi’s in New York in de jaren veertig.
Wat is het laatste boek dat u geweldig vond?
Kalimantaan (in het Nederlands vertaald als Kalimantan) van C.S. Godshalk, een meedogenloze beschrijving van bedrog, niets ontziende ambitie, en koorts, die zich afspeelt in Oost-Indië.
Wat is het laatste boek dat u aan het huilen heeft gekregen?
Guinness World Records. Dat is de onbetwiste vervaging van het onderscheid tussen prestaties en gekkigheid.
Welke nu actieve schrijvers bewondert u het meest?
Alma Guillermoprieto (vooral als ze over Cuba schrijft), Darryl Pinckney en Simon Winchester.
Bij welk boek hebt u hardop gelachen?
Absurdistan van Gary Shteingart, hoewel de wereld van smoezelig autoritarisme die hij heeft bedacht, die ik aanvankelijk hilarisch vond, met de dag minder absurd wordt.
Wie is uw favoriete fictieve held of heldin?
Ferdinand de Stier.
Wat is uw favoriete literaire liefdesverhaal?
‘The Legend of the Three Beautiful Princesses’ uit Tales of the Alhambra (in het Nederlands vertaald als Verhalen van het Alhambra) van Washington Irving.
Welke drie schrijvers (levend of dood) zou u uitnodigen als u een etentje geeft
Julia Child, die Amerika heeft geleerd om van koken te houden; Nellie Bly, de grote voorvechtster van geëngageerde journalistiek uit de negentiende eeuw; en Theodore Roosevelt, als hij ermee zou instemmen om als schrijver en niet als politicus te komen. Je wilt altijd dat een etentje levendig is, niet dromerig of somber of een oefening in vergelijkende vervreemding. Je wilt gasten, zoals deze, die de wereld in zijn getrokken, ermee hebben geworsteld, er elke seconde van hebben genoten en gretig naar meer verlangen.
Wat vindt u het meest overgewaardeerde boek?
The Fountainhead (in het Nederlands vertaald als De eeuwige bron) van Ayn Rand.
En het meest ondergewaardeerde boek?
The Beginning of Spring van Penelope Fitzgerald. Dat speelt zich af in Moskou tijdens de revolutie in 1905 en ik kan me nauwelijks voorstellen dat er een boek is dat een diepgaander begrip van Rusland overbrengt.
Wiens levensverhaal zou u willen schrijven?
Het verhaal van John Peter Zenger, de eerste held van de persvrijheid in Amerika. Hij stond in 1734 terecht vanwege belastering van de Britse gouverneur en werd door de jury vrijgesproken. Hij was ook een immigrant.
Wat is het laatste boek dat u hebt gelezen waarvan u dacht: ‘Ik zou willen dat ik het had geschreven’?
The Island at the Center of the World (in het Nederlands vertaald als Nieuw Amsterdam. De oorsprong van New York) van Russell Shorto. Dat is een geschiedenis van New York. Omdat enkele van mijn wortels ook teruggaan op de tijd van Nieuw Amsterdam, werd ik geboeid door zijn redenering dat het vroege New York een buitensporig grote invloed had, meestal ten goede, op de Amerikaanse cultuur en op de Amerikaanse visie op het leven.
Wie is uw favoriete schrijver aller tijden?
Michail Boelgakov, en niet alleen vanwege zijn The Master and Margarita (in het Nederlands vertaald als De Meester en Margarita).