Dubbelinterview Roman Helinski en Sien Volders
Welke schrijver inspireert je?
Roman: Ik geef deze antwoorden vanuit Lissabon. Mijn roman ligt bij de drukker en ik ben op reis. Zojuist wandelde ik langs een museum gewijd aan José Saramago. Ik las al aardig wat boeken van hem en die vond ik vaak goed, maar niet altijd. In het museum zag ik hoe hij zijn fantasie heeft weten aan te wenden om voor zijn land, en later zelfs voor de wereld, relevante verhalen te schrijven. Grote thema's aan te kaarten. Dat is exceptioneel, en daar is schrijven wat mij betreft voor bedoeld. Ik hoop dat me dat ooit zal lukken.
Sien: Deze dagen zit ik midden in de redactiefase van mijn debuutroman. Naast me ligt een stapel boeken waar ik soms in bladeren mag. Nooit om me aan hen te meten, wel om te zien hoe het moet. Gerard Walschap, voor het gemak waarmee hij dialoog in zijn verhalen verweeft. Nescio, voor de helderheid van de taal en het zuiver schetsen van beelden. John Steinbeck en Gabriel García Márquez, voor de manier waarop ze de omgeving als personage laten spelen.
Welke hoofdpersoon spreekt je aan?
Roman: Degene die me het meest dierbaar is, komt uit De Gouden Bril van Giorgio Bassani. De tragische Athos Fadigati. Een homoseksuele, gezette dokter die zijn geaardheid in het Noord-Italiaanse Ferrara na de oorlog moet verbergen.
Sien: Jan Houtekiet, Walschaps titelpersonage, is een man die vanuit het boek mijn leven in gestapt is. Een oerkracht van hartstocht en ongebreidelde levenslust. Ik val erg voor personages die losbreken uit bestaande normen en waarden, om dan de wereld voor zichzelf te hertekenen met de natuur rond hen tot grondslag.
Welke literaire invloeden komen terug in je eigen roman De wafelfabriek?
Roman: Ik hoop ontzettend veel, maar ik hoop ook dat de lezer ze niet zo snel op zal merken.
En in Noord?
Sien: De boekenkast van mijn ouders valt in twee delen uit elkaar en dat is nog altijd tekenend voor mijn perceptie van literatuur. Mijn moeders kant bevat de literaire canon, mijn vaders smaak ligt meer bij avontuur en wildheid. Noord zit aan mijn vaders kant. Meer Jack London en Thor Heyerdahl dan Nikolaj Gogol en Albert Camus, zeg maar.
Waar ontstond de kiem van De wafelfabriek?
Roman: Ik wilde een afgesloten ruimte, met een vaste groep mensen die daar ook echt wat te zoeken hebben. En ik wilde mensen met een gestructureerd bestaan. Daarom een fabriek, uiteindelijk zelfs een wafelfabriek. Bovendien is die zoetigheid belangrijk voor mijn verhaal. Over Arka Narovski, een belangrijk personage in het boek, heb ik al twee keer eerder geschreven. Toen ik 18 was in een verhaal in Lava en een paar jaar later in Hollands Maandblad. Een grote, kale ex-militair. Die is me altijd bijgebleven.
En van Noord?
Sien: In 2011 zou ik een Canadese vriendin bezoeken in New York, tot die halsoverkop een job aannam in Dawson City, helemaal in het noorden van Canada. Ik bezocht haar daar en viel als een blok voor het stadje en het noorden. Noord is toen begonnen te groeien.
Was er een grote uitdaging in je schrijfproces?
Roman: Gelukkig wel, ja. De grootste uitdaging was om de omkering die in de roman plaatsvindt, de macht die verschuift, natuurlijk te laten gebeuren. Ik wilde die omkering gepaard laten gaan met iets machtigs, iets groots in het verhaal zelf. Daarmee heb ik mezelf op de proef gesteld.
Sien: Mijn verhaal speelt in het Canada van de vroege jaren tachtig. Het bevat een gespiegelde driehoeksverhouding: eentje in de jaren tachtig, eentje in de jaren zestig. Ik heb lang gezocht naar de manier waarop ik die twee tijden met elkaar vervlecht, zonder tijdssprongen te maken. Voor mij voelt het heel soepel, en ik hoop dat het ook zo leest.
De wafelfabriek verscheen 1 september 2017 en kreeg lovende kritieken.
Noord verschijnt 22 november 2017.